In de hal van de Hogeschool Rotterdam word ik hartelijk begroet door Maria Koenders- de Bloeme, intern mediator van de Hogeschool. Ze gaat me voor op weg naar de kamer waar zij gesprekken voert. Onderweg spreekt ze snel nog iemand aan. Eén van de kamers in de gang waar zij samen met bedrijfsmaatschappelijk werk zit is aan een studievereniging gegeven. Dat maakt dat het binnenkomen minder anoniem gaat en dat zint haar niet. Als we aankomen bij de mediationkamer vind ik het direct een prettige ruimte. De kamer is vriendelijk ingericht met een zitje en een tafel en er hangen ingelijste spreuken aan de muur.  

Met “doen alsof” ontstaat een nieuwe werkelijkheid 

De beste manier om je toekomst te voorspellen … is haar zelf te creëren

Met deze spreuken als inspiratiebron op de achtergrond beginnen we ons gesprek.

Wat voor soort mediations doe je?

Maria: “Ik doe arbeidsconflicten, ik ben er voor alle medewerkers van de Hogeschool. Dat is personeel van de Opleidingen en medewerkers van ondersteunende Diensten. Ik ben hier in 2004 begonnen als P&O adviseur. Bij dit werk bedacht ik me steeds vaker: we zitten allemaal bij elkaar als volwassenen met goede bedoelingen en we verstaan elkaar niet, hoe kan dat? Toen kreeg ik steeds meer interesse in communicatie en hoe dat anders kon. Ik heb gevraagd of ik de opleiding tot mediator kon doen. Ik had de wind mee, dat mocht. Ik heb het eerst gecombineerd met P&O advieswerk maar in de rollen werkte dat niet goed. Sinds 5 jaar ben ik alleen mediator.”

Hoe heb je het in het begin aangepakt?

Maria: ”ik kwam uit het P&O advieswerk dus die collega’s kende ik goed. Ik heb met hen een ronde gemaakt langs alle opleidingsinstituten om mezelf zichtbaar te maken bij de directeuren en onderwijs managers. Bij de opstart merkte ik dat de leidinggevenden het inschakelen van een interne mediator soms zagen als een brevet van onvermogen, alsof ze het zelf niet kunnen. Die mindset wilde ik veranderen. We hebben binnen de Hogeschool specialisten zoals een mediator en een loopbaancoach. Maak daar gebruik van. Dat heeft tijd nodig gehad.”

We raken in gesprek over interne mediation en proberen de juiste woorden te vinden om de toegevoegde waarde van de interne mediatior te beschrijven.

Maria: ”Ik snap de gedragingen en cultuur binnen de opleidingen van de Hogeschool. Ik voel me gesteund door de organisatie, ik weet wat mogelijk is, welke voorzieningen en faciliteiten er zijn. Ik kan doorverwijzen en meedenken. Het geeft inbedding voor de mensen zelf, het is een logisch deel bij het zoeken naar de oplossingen.”

Wat is jouw eigenheid als mediator?

“Ik werk graag met flappen, ik begin bijvoorbeeld met op te schrijven wat er aan de hand is. De sfeer wordt dan rustiger, gewoon omdat het er staat. Dan krijg je ook overeenstemming over de onderwerpen waar partijen aan gaan werken. Ik ga niet meer troep maken dan dat ik zelf op kan ruimen. Mensen gebruiken soms de term “sessie” en dan zeg ik “ho”, ik ben geen therapeut. Ik vertel dat ik het nodig heb om te spiegelen, te prikkelen, duidelijkheid te geven en ik vraag ook of ik dat mag doen. Die rol krijg ik dan. Ik zal het nooit doen als het afbreuk doet aan de persoon of aan het gesprek. Dan schors ik even en bespreek het apart. Ik nodig mensen ook uit om bij zichzelf te rade te gaan of ze tevreden zijn hoe het loopt. Ze mogen het ook kenbaar maken als het niet zo is. Het is niet zo dat ze het allemaal ondergaan en verder geen regie meer hebben op het proces. Ze mogen mij ook bij de les houden.” Maria loopt naar haar ladenblok om een voorbeeld van een flap te laten zien maar ze heeft in de zomer opgeruimd dus ik moet het zonder voorbeeld doen. Ze vertelt verder: ”Ik heb NLP gedaan. Ik wilde gewoon meer vaardigheden. Ik merk dat ik het heel veel gebruik. Ik heb beter geleerd om op de taal die iemand gebruikt te bedenken wat voor mens ik voor me heb en wat ik kan doen om aan te sluiten bij die leefwereld om het gesprek vlot te trekken. Soms pak ik het boek thuis weer en dan ga ik zoeken naar een bepaalde oefening. Ik vind het een kick als dat lukt.”

Waar komt je gedrevenheid vandaan?

“Ik vind het gewoon fijner als er geen ruzie is. Het heeft me altijd geboeid, het lijkt alsof je x zegt maar volgens mij wordt het niet ontvangen. Ik neem ook privé geen genoegen met een oppervlakkig antwoord, ik vraag door. Het is iets in mijn karakter, een nieuwsgierigheid.”

Halverwege ons gesprek schiet Maria ineens het voorwerp, de traditionele laatste vraag, te binnen. Ze wijst me op de spreuken die aan de muur hangen: Ik vind het leuk om beeldmateriaal of quotes te vinden waardoor iemand denkt: hé zo kan ik er ook naar kijken. Ik zoek vaak een kaart die aansluit bij het gesprek of een ontwikkeling die iemand denk ik doormaakt. Ik heb in mijn la modellen, bijvoorbeeld de ladder der gevolgtrekkingen. Ik probeer het op die manier inzichtelijk te maken.” Ik zeg tegen Maria dat ik me de spreuk herinner die in haar e-mail staat onder haar digitale handtekening: Wat je ook denkt, keer het om. Maria lacht er om en zegt: ”Ik voel me hier bij de Hogeschool thuis en voel de vrijheid zo’n spreuk in mijn e-mail te gebruiken. Het wordt hier niet gebagatelliseerd. De spreuk zegt: keer het om, er is ook een ander verhaal.”

Zou je een paar voorbeelden kunnen noemen om je werk te illustreren?

Maria: ”Soms zien mensen heel erg op tegen het gesprek en denken het niet te kunnen, ze zijn bijvoorbeeld bang dat ze boos worden. Ik vraag dan wat ik zou kunnen doen om te helpen om dat te voorkomen. Als ze dan uiteindelijk niet boos worden omdat het gesprek goed gaat dan vind ik dat mooi. Een ander voorbeeld is mensen die verzanden in elkaar aftroeven in feiten en zekerheden. In dat geval probeer ik ze van die inhoudelijke argumentatie af te krijgen. Ik probeer om ze in de schoenen van de ander te laten staan. Dat moeten ze soms uit hun tenen halen. Als dat lukt dan vind ik dat de grootste kick. Ik werk ook graag met mensen met een klein hartje, mensen die een gesprek moeilijk vinden maar wel geholpen willen worden. Ik help ze de regie te pakken in situaties waar ze niet meer overheen kunnen zien. Het is een mooi beroep.”

 Aan het eind pakt Maria een tegel waarop staat: Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is

Maria:” Dit is ook wel een voorwerp dat me inspireert. Toen ik dit werk ging doen had een collega voor mij van een oude badkamertegel en plak plastic dit gemaakt. Ik vind dat mooi, ik geloof dat iedereen zijn eigen verhaal heeft.”

 November 2018