Jos van de Vijver is bouwadvocaat en mediator in de bouw. Hij volgde de hts omdat hij geïnteresseerd is in de technische kant van bouwen, door zijn eerste stage raakte hij ook geïnteresseerd voor de regels daar om heen. Hij volgde daarom ook nog de studie rechten, werd advocaat en vervolgens bedrijfsjurist. Als bedrijfsjurist stond hij aan de wieg van het NMI (nu MfN) en zag de voordelen van mediation. Hij keerde weer terug naar de advocatuur en heeft nu zijn eigen kantoor als bouw advocaat én mediator in de bouw. Hij doet mediations waar de overheid en marktpartijen bij betrokken zijn. Ik heb met hem een gesprek over hoe deze partijen van elkaar verschillen en hij vertelt waarom mediation doorgaans een betere keus is dan het voeren van een procedure. 

Is een mediation waarbij de overheid partij is anders dan een mediation tussen marktpartijen? 

“De overheid is soms een Januskop. Aan de ene kant vinden ze dat partijen niet steeds het gevecht moeten aangaan. Daarbij heeft de overheid een voorbeeld functie. Maar, als ze zelf in die positie terecht komen dan gedragen ze zich soms niet als een partij die er via mediation uit wil komen. Dan wordt terug gegrepen op de regeltjes. Dat kun je de bestuurders/de ambtenaren niet altijd verwijten. Ze weten zich gebonden aan allerlei regels. Marktpartijen kunnen sneller beslissen, zij leggen alleen verantwoording af aan zichzelf of aan hun aandeelhouders. Daarbij heeft de overheid altijd te maken met de politieke achterban. Die politieke achterban is bij provincies en gemeenten prominent aanwezig, bij Rijkswaterstaat en Pro Rail minder prominent. Ook speelt de vraag of het rechtmatig en doelmatig is altijd mee. Wordt het geld doelmatig uitgegeven? Rechtmatig, is er sprake van staatssteun, strijd met aanbestedingsrecht? Dat vasthouden aan regels kan knellen met de essentie van mediation. Bij mediation kijk je niet alleen naar het recht, je kijkt ruimer, je vergroot de taart.”  

De gebondenheid aan regels die je noemde, hoe kijk je daar als advocaat en mediator tegenaan?   

“Recht is niet van God gegeven, dat hebben we zelf bedacht. Het is een poging om in de chaos structuur te brengen. Maar, naar elke regel moet je genuanceerd kijken. Hoe pakt het uit in een bepaalde situatie. Natuurlijk heb je de rechtszekerheid en het gelijkheidsbeginsel maar je moet toch altijd weer naar de situatie kijken. Is deze regel bedoeld om dit niet mogelijk te maken. Gebondenheid aan regels, de politiek, dat kan bij een marktpartij tot irritatie leiden. Ik zeg vaak tegen marktpartijen dat ik de irritatie en de frustratie begrijp maar dat zij met deze overheid in zee zijn gegaan. Als je het allemaal oneerlijk vindt, doe dan alleen zaken met marktpartijen: een man een man een woord een woord, klap erop. Tegelijkertijd zeg ik ook tegen de overheidspartij dat zij moet probeer niet al teveel de letterknecht te zijn. Beide partijen moeten de ruimte zoeken. Bij meer- en minderwerk is de gemeentelijke ambtenaar best in staat om vast te stellen wat reëel is en wat toegekend kan worden. Daar kan de ambtenaar een beslissing over nemen, de politiek heeft hij daarbij niet nodig. Het is mijn taak als mediator om de ambtenaren daarop bevragen. Ik stel open vragen die het denkproces verdiepen. Ik doe interventies om partijen in een denkmodus te brengen. Waar zit de ruimte om te bewegen? Bij marktpartijen is het de frustratie dat, als ze overeenstemming hebben bereikt, denken dat het conflict is afgerond. Ze beseffen niet dat de overheid door het politieke element een gespleten persoonlijkheid is, een soort dr Jekyll en mr Hyde. Dat vind ik juist leuk.”

 Hoe pak je het als mediator aan?  

“Mijn stijl is dat ik pro actief ben. Soms zijn partijen onderzoek moe omdat het proces al zo lang duurt. Dan neem ik partijen apart en probeer te coachen. Ik spiegel hun gedrag en laat ze zien wat het voor effect op de andere partij heeft. Ik heb in een mediation ook weleens een niet-bindend advies ingelast. Bijvoorbeeld als feitelijk moet worden vastgesteld of iets in het bestek zit of niet. Daar liet ik een derde een beslissing over nemen toen partijen er zelf niet uitkwamen. Ik had een korte procedure omschrijving gemaakt waar partijen mee instemden. Zo konden ze in de procedure vertellen waarom ze A of B vonden. De niet-bindend adviseur heeft toen een mondelinge behandeling gehouden en gezegd je hebt met A gelijk maar, je moet het wel bewijzen. Dat gaf voor beide partijen duidelijkheid.” Later in het interview vult Jos dit nog aan: “Ik ben ervan overtuigd dat de kosten die je in een mediation maakt en de tijd die je erin steekt om informatie te toetsen en inzicht te krijgen waardevol zijn om je eigen verhaal goed te krijgen. Die investering is nooit weggegooid. Het leidt uiteindelijk ook tot een betere lijn in een mogelijke procedure, je weet welke argumenten je moet aanvoeren.“ 

Tijdens het gesprek komt Jos tot een mooie beschrijving over beeldvorming.
Jos: ”Iedere beroepsgroep heeft een beeld: ambtenaren zijn saai, aannemers zijn foute jongens. Leg dat naast je neer. Iedereen wil tot een oplossing komen. Als een mediation goed gaat dan zie je ook dat partijen elkaar respecteren en over die beeldvorming heen stappen. Er ontstaat begrip voor elkaars positie. Ik had ooit aan de mediationtafel een wethouder die zelf ondernemer was geweest, die begreep de andere partij. Dan heb je een heel ander gesprek dan met een wethouder met alleen een politieke achtergrond. Marktpartijen die naast hun bedrijf fractie voorzitter zijn hebben ook eerder begrip voor de situatie waar de andere partij mee zit. Over het algemeen kom je er dan makkelijker uit. Ze weten van elkaar waar ze mee thuis moeten komen en denken mee. Het heeft allemaal met mensen te maken. Niemand is tegen een gesprek maar “The proof is in the eating of the pudding”. Als het daadwerkelijk tot een gesprek moet komen dan moeten er mensen zitten die het ook willen oplossen.”

Ook over verschillende werkelijkheden heeft Jos een mooie bespiegeling.
“Je leert als bestuurder/directie tijdens de mediation veel beter wat er gebeurd is. De projectteams hebben met elkaar gevochten en de bestuurder/directie krijgt alleen maar de werkelijkheid te horen die hun eigen mensen vertellen. Dat is een eenzijdig verhaal. Als zij hun verhaal vertellen aan de advocaat of de bedrijfsjurist dan vertaalt die het verhaal ook weer uit zijn beleving van de werkelijkheid. Zo zijn er verschillende gekleurde werkelijkheden. Het mooie van mediation is dat je het verhaal van de andere kant hoort. Je hoort op een normale manier hoe het bij de andere partij zit. Dat geeft de bestuurder/de directie de kans om een eigen mening te vormen en je een veel beter gevoel te geven bij je eigen positie. Je kunt beter beoordelen waar de zwakke en de goede kanten in je eigen verhaal zitten.” 

Hoe kunnen overheid en marktpartijen over de streep gehaald worden om mediation in te zetten? 

 Jos komt al snel tot het volgende rijtje voordelen van een mediation:

  • in een mediation los je het conflict in één keer op
  • Je geeft het goede voorbeeld
  • Je krijgt beter zicht op je eigen positie
  • Je procedeert alleen over de zaken waarvan je echt overtuigd bent dat jij gelijk hebt.
    Is mijn argument slagroom? Heb ik het opgeklopt? Dan haal ik mijn geloofwaardigheid weg door met dat standpunt verder te gaan.
  • De investering in tijd en geld is het waard.