In de hal van het politiebureau van Woerden wacht ik op Irene Fros, intern mediator bij de politie. Ik lees de informatiefolders: Niet tevreden over politieoptreden? Verloren of gestolen? Hulp bij herstel. Buurtbemiddeling. Dit gaan om contact naar buiten toe. Het maakt me nieuwsgierig naar de communicatie binnen de organisatie en wat de rol van de interne mediator hierbij is.  

Hoe ben jij bij de interne mediation in de politieorganisatie betrokken geraakt?

“Ik was beleidsadviseur en bij de reorganisatie van de politie in 2013 zou het onderdeel waar ik werkte ophouden te bestaan. Er ontstonden loopbaanmogelijkheden. Ik ben me gaan oriënteren en mediation kwam langs. Ik voerde gesprekken met mensen en dacht: dat is interessant. Ik verdiepte me verder, sprak met een intern mediator van de politie en ontdekte dat er een  landelijk intern netwerk van politie mediators bestaat. Toen werd ik nóg enthousiaster en ik ben de opleiding gaan doen. Na de opleiding ben ik bij het netwerk aangesloten. Het netwerk bestaat al 15 jaar en is gegroeid door enthousiasme en gedrevenheid van de mediators zelf. En natuurlijk ook door een behoefte, er was vraag naar. Er is een mediationloket, dit wordt bemenst door 3 collega mediators en zij zorgen ervoor dat er altijd iemand bereikbaar is. Het netwerk bestaat uit 16 MfN/ADR register mediators. Gemiddeld zijn er tussen de 30 en 40 mediations per jaar, dat is relatief weinig op 60/65.000 medewerkers. We zien wel dat het aantal mediations de laatste tijd oploopt. We zijn als netwerk mediators meer bekend en het middel van mediation is in de organisatie ingebed; we zijn op dit moment druk als mediators.”

Je bent vertrouwenspersoon en intern mediator, hoe is die combinatie?

“Het versterkt elkaar. Het is bij ons gebruik dat de mediator eerst een intake gesprek doet. Daar heb ik het voordeel dat ik vertrouwenspersoon ben. Ik ben gewend een individueel gesprek te voeren en te schillen (laagje voor laagje afpellen totdat duidelijk is wat beide partijen willen). Als mediator zit ik bij het bemiddelingsgesprek met meerdere partijen aan tafel. Die ervaring maakt dat ik als vertrouwenspersoon niet vast kom te zitten in één scenario. Ik weet dat er meerdere scenario’s kunnen spelen. Dat maakt dat je je niet blind staart op een ervaring die je hoort. Daarnaast kan ik alle vaardigheden uit de mediationopleiding als vertrouwenspersoon ook heel goed gebruiken. Zowel vanuit mediation als vanuit vertrouwenswerk zijn we scherp op het onderscheid èn op het scheiden van beide werkzaamheden. Ik doen geen mediations in de eenheid waar ik het vertrouwenswerk uitvoer.”

Hoe is de cultuur binnen de politie ten aanzien van conflicten?

“Binnen de politie is veel loyaliteit onderling. Het begrip collega is een belangrijk begrip, het heeft hier een hele intense betekenis. Dat is mooi want als je met elkaar in de auto zit moet je op elkaar kunnen vertrouwen. De keerzijde van die loyaliteit is dat deze soms lastig te doorbreken is terwijl je wel vindt dat jouw grens wordt overschreden. Dat zet zich voort in hoe je met elkaar omgaat als er wrijving ontstaat. Dat kan een extra dimensie geven die het oplossen van zo’n wrijvingsmoment complexer lijken te maken. Je durft elkaar niet af te vallen je durft elkaar niet aan te spreken. Je geeft je eigen grens niet aan want je bent een collectief. Dat levert spanning op waardoor het een nog groter conflict wordt. Het mooie van mediation vind ik dat je inzichtelijk kunt maken hoe het werkt en iemand de ruimte kunt bieden om het wél aan te geven. De intakegesprekken zijn daar heel handig voor heb ik me gerealiseerd. Dan zit je met één iemand. Als je gelijk de mensen bij elkaar zet dan zitten ze weer in dat loyaliteitsconflict. In een individueel gesprek kun je ze daar uit halen. Je helpt de mensen te duiden waar het voor hen in zit. Daarnaast stimuleer ik ze om vragen aan de ander te stellen. Dan hou je het bij jezelf en je zit niet in het loyaliteitsconflict. Je kunt je loyaliteit weer invulling geven door de ander vragen te stellen en ook die weer ruimte te geven. Dan maak je een voorzichtige start door de verbinding weer tot stand te brengen.  Ik ben een collega maar door  mijn onafhankelijke en onpartijdige rol word ik als mediator geen onderdeel van de loyaliteit die er is.”

Agenten op straat hebben met conflicten te maken en spelen een bemiddelende rol. Hoe doen ze dat als ze zelf een conflict hebben?

“De wijkagent bemiddelt, de medewerkers die met een uniform op straat lopen zijn met name de-escalerend opgeleid. Dat is net wat anders dan bemiddelend. Wat je merkt is dat dat binnen de organisatie niet automatisch ook wordt toegepast. Dat vind ik interessant. De functionaris en de persoon verschillen in handelen. Daarnaast is het bij deze organisatie dat je in het eigenlijke werk regels, voorschriften en protocollen hebt. Die vallen weg als je met elkaar intern moet samenwerken. Dan zijn er minder regeltjes en misschien is dat dan ineens lastiger.”

Wat kenmerkt jou als mediator?

“Ik merk dat ik gefocust ben op taal en de onderlinge communicatie. Zelf ben ik een aanhanger van geweldloze communicatie. Ik ben er mee bezig dat mensen elkaar begrijpen in taal en communicatie. Daar pas ik m’n interventies op toe. Regelmatig samenvatten, doorvragen, herformuleren. Daarnaast ben ik aan het onderzoeken of ik wat directiever, oplossingsgerichter, kan zijn. Dat zit niet primair in me maar ik heb wel de ervaring dat het kan werken, soms zelf beter.“

Petra Caspers van Defensie vertelde dat in een mediation aan militairen gevraagd wordt om als burger aan de mediationtafel te komen. Hoe kijk jij daar tegen aan?

“De hiërarchie is zichtbaar als je een uniform draagt. Het is voor mij niet zo’n punt. Het uniform maakt de hiërarchie zichtbaar maar die weten ze ook wel als het uniform niet aan is.” Aansluitend hierop vertelt Irene over de zwaailichtcultuur, als een incident opgeschaald wordt gaat het zwaailicht op de auto aan. Een intern conflict kan ook snel oplaaien het kan in korte tijd heel heftig worden. 

De laatste vraag gaat altijd over een voorwerp of een beeld dat je inspireert, waaraan denk jij?

“Iets wat mij past is om zaken aan het licht te brengen, ergens een licht op te laten schijnen. Daar ben ik in deze levensfase mee bezig. Dat mensen zelf het licht gaan zien. Ik vind het mooi om daar een bijdrage aan te leveren. Dat mensen ergens weer een lichtje zien branden, op zichzelf of op de ander. Daar kan ik erg blij van worden. Dat er stappen of stapjes gezet worden, dat vind ik belangrijk. Dat mensen meer inzicht krijgen.”

April 2018